Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijn [van u] [36]de verheugelijke vleugelen der pauwen? [37]Of de vederen des [38]ooievaars, en des [39]struisvogels? 36. Te weten, waarmede de pauwen zich verheugen en verheffen, of ook de mensen zich vermaken. 37. Anders, of de vleugel en het geveder des ooievaars. Anders, of de vleugel van den struis en [zijn] geveder, of pluimen. 38. Zie Lev.11:19. 39. Het Hebreeuwse woord notsah betekent wel een pluim, maar uit de volgende woorden van vs.-1: wordt van de overzetters afgenomen dat hier te verstaan is de struis, dat is, een vogel, die met vele pluimen voorzien is. Het volgende kan op den pauw en op den ooievaar niet passen.